Buen Camino, Dag D + 29, Pontecampana - Arzua, 24,8 km
31 oktober 2019 - Arzúa, Spanje
Onze herberg van gisteren staat hoog aangeschreven. Het is echter een typische mooi weer herberg. Een prachtige tuin, waar je met fatsoenlijk weer ‘s middags en ‘s avonds goed kan vertoeven. Voor de regenachtige dagen zijn er aanmerkelijk minder voorzieningen. Wij kwamen als een van de eersten aan. Wij zijn er langzaamaan aan gewend geraakt dat we dan zelf onze plekken kunnen uitzoeken. Niet vandaag, een norse Spanjaard wees ons een stapelbed aan en wilde daar niet van afwijken. Zelfs het argument dat we twee oude mannen waren die moeite hadden met klimmen, wat nog al eens wil helpen, maakte geen enkele indruk. Dat komt ervan als je zo’n fitte indruk maakt. De stapelbedden stonden dicht op elkaar en er was nauwelijks ruimte om natte spullen uit te hangen. Daarnaast was het binnen kouder dan buiten en dat draagt ook niet bij aan het snel drogen. Een voor een kwamen doornatte pelgrims aan en aan het einde van de middag was de herberg vol. De geur op zo’n slaapzaal wordt dan heel speciaal. Twee douches en toiletten is ook niet echt veel voor ongeveer dertig mensen.
Om 1800 ging in de gemeenschapsruimte de houtkachel aan en verzamelde een internationaal gezelschap zich rond het vuur. Om 1900 mochten we aan tafel voor een “eet wat de pot schaft” warme maaltijd. Het was een van de beste van de Camino. Samen met een aantal Spanjaarden, een Brit, een Amerikaan, een Rus, een Zweedse, een Belgische, een Mexicaanse en een Fransman genoten we van bruine bonensoep, salade, draadjesvlees zoals alleen oma dat vroeger kon maken, aardappeltaart en bij uitzondering gekookte groenten. Het vanilletoetje maakte het af. Alles vers en zelf klaargemaakt door de eigenaar en zijn vrouw. Erg lekker en gezellig, de bruine bonen verhoogden later in de slaapzaal de sfeer nog een beetje.
Ik schrijf deze verhalen allereerst voor onze vriendinnetjes en onze kinderen. Doel was om ze op een luchtige manier een beetje op de hoogte te houden van wat we zoal meemaken. Daarnaast is er een groep trouwe volgers ontstaan, die het waarschijnlijk wel leuk vinden om op deze manier iets mee te krijgen van het fenomeen Camino. Een van de volgers, Frans M, zelf geen onverdienstelijk columnist in de Militaire Spectator, constateerde gisteren een zekere schrijversmoeheid en had eerder al opgemerkt dat de verhalen een licht repetitief karakter hebben. Beide observaties kloppen.
Nu heeft de Camino wel een licht repetitief karakter. Ruim dertig dagen achter elkaar doe je rond de 35000 stappen, klim je een paar honderd meter en daal je een paar honderd meter. Om de paar uur stop je even voor een korte of langere rust en drinkt en eet daar wat. Onderweg klets je af toe met je buddy of andere pelgrims. Op een gegeven moment kom je op je plaats van bestemming. Je voelt dan toch vaak een zekere vermoeidheid en rust een beetje. Ook het moment om iets op te schrijven, zo net voordat je in slaap valt. Tussendoor doe je je wasje, wast jezelf een beetje, kletst en drinkt weer een beetje met mede pelgrims en eet je een hapje. Dan ga je niet al te laat naar je (stapel)bedje en slaapt al dan niet goed samen met een aantal vrienden voor een nacht. En dat herhaalt zich dus ruim dertig keer. De vrouw van Frans speelt met de gedachte om de Camino met Frans te gaan lopen. Ik beveel het van harte aan en zal met belangstelling het waarschijnlijk licht repetitieve reislog lezen. Zo heeft Frans me vandaag onderweg toch nog een beetje geïnspireerd.
Het is wat drukker geworden, laatste 100 km verhalen kloppen.
Vandaag de laatste keer een etappe van rond de 25 km. De volgende twee dagen staan nog twee kortere etappes van 19 km in de planning. Dat brengt ons op zaterdagmiddag in Santiago. Het aftellen is dus echt begonnen. De route was weer afwisselend en mooi en, niet onbelangrijk, het was de hele dag droog. Ik schrijf misschien wat veel over het weer. De weersverwachting gaat toch meer voor je betekenen als je een er uurtje of zeven mee wordt geconfronteerd tijdens de wandeling buiten.
Tot slot, we komen iedere dag heel veel honden tegen. Sommige boos, sommige rustig.
Boze hond, durfde niet dichterbij te komen.
Rustige hond, zijn er ook veel.
Wordt nog maar een paar keer vervolgd.
en vermindert ellende,
door onze vreugden te verdubbelen
en ons verdriet te delen
(Marcus Tullius Cicero
Romeins staatsman en schrijver 105 v C - 43 v C.